vrijdag, oktober 1

Lullen met Nek

Sponzen
In de jaren 60 en vooral 70 kwamen er massaal gastarbeiders naar Nederland. Dit waren voornamelijk Turken en Marokkanen. Ze kwamen soms op eigen initiatief, soms op initiatief van particulieren in Nederland die werknemers nodig hadden. In hun thuisland waren minder banen dan mensen, in Nederland waren vanwege de explosief groeiende economie juist meer banen dan mensen. De zogenoemde gastarbeiders sliepen in pensions met 8 man op een kamer. Vaders kwamen met zoons, of alleen. Deze mensen waren niet van plan te integreren in deze maatschappij. Ze kwamen omdat ze geld nodig hadden en hielpen zodoende Nederland de enorme economische groei door te zetten. Nederland verlangde geenszins dat zij zouden meedraaien in de maatschappij. Als de fabrieken maar draaiende werden gehouden. Wel vonden Nederlanders het spannend en interessant om een totaal verschillende cultuur een keer van dicht bij te zien.

Wat echter niemand had verwacht, is dat de gastarbeiders gewoon arbeiders werden. Ze wilden blijven en omdat ze belangrijk waren voor de economie en er verder geen bezwaren waren werden ze welkom geheten als bewoners van dit land. Ze konden dan natuurlijk niet in pensions blijven wonen dus werden er huizen gebouwd en beschikbaar gesteld. Omdat je niemand zijn gezin kan onthouden werden de vrouwen en kinderen ook overgevlogen. Waar nog geen kinderen waren werden ze snel verwekt. Er waren nu dus voor het eerst Marokkanen en Turken die in Nederland waren geboren of in ieder geval opgegroeid. Dit zorgde voor een compleet andere situatie.

Bij deze jongeren was aanpassing wel gewenst en dit gebeurde ook via de Nederlandse scholen waar ze naar toe gingen. Hun ouders hadden zich echter nooit aangepast, zeker de net overgevlogen moeders niet, dus die voedden hun kinderen volgens hun normen en waarden op. Logisch. Het resultaat is een tweede generatie immigranten die tussen twee werelden opgroeiden. Aangezien de meeste mensen, waaronder ik, het met een vrij eenzijdige opvoeding al moeilijk vinden een heldere kijk op de wereld te vormen is het begrijpelijk dat dit voor deze immigrantenkinderen nog moeilijker is. Men kan deze mensen onmogelijk kwalijk nemen dat ze bijvoorbeeld slechter Nederlands spreken of zich afzetten tegen bepaalde facetten uit de Nederlandse maatschappij.

Ondertussen zijn we beland in een periode waar na een tweede generatie ook een derde generatie wordt geboren. Dit zijn geen Marokkanen of Turken meer. Het is namelijk niet mogelijk om voor je kind een Marokkaans paspoort aan te vragen wanneer je zelf al in het bezit bent van een Nederlands paspoort. Deze kinderen worden vaak opgevoed door ouders die beter Nederlands spreken dan hun moedertaal. Dit zijn geen buitenlanders, geen allochtonen, geen medelanders, geen Marokkanen, geen Turken. Dit zijn Nederlanders. Dit betekent natuurlijk niet dat ze van binnen of van buiten hetzelfde zijn als de mensen die hier al tot in de 8e generatie voorvaderen hebben. Historisch gezien is dit een nieuwe groep Nederlanders die een plek inneemt in ons land.

Je zou kunnen zeggen dat het integratieproces van de gastarbeiders zijn finale aan het bereiken is. De allereerste gastarbeiders zijn bejaard, over 20 jaar zullen alle Marokkanen en Turken Nederlands spreken. Het is doodzonde dat dit samenvalt met een wereldwijde hetze tegen de Islam. Een godsdienst die misbruikt wordt voor politieke spelletjes en radicale denkbeelden. Die beeldvorming heeft ook in Nederland draagvlak gevonden. Als ik de berichtgeving volg, krijg ik het gevoel van een Nederland dat is verdeeld tussen Moslims en niet-Moslims. In werkelijkheid zie ik jonge mensen die zoeken naar een identiteit zoals ik dat ook deed toen ik jong was. Kinderen spelen met elkaar, lachen om elkaar en maken ruzie met elkaar. Hierbij zijn ze bewust van hun afkomst zonder dat dit grote invloed heeft op het maken van keuzen. Zij staan open voor de wereld en zijn sponzen die alles wat ze horen, zien en voelen opnemen. Het doet mij pijn om te bedenken hoeveel onbegrip, haat en afkeer daar tussen zit.

Nekkie

3 opmerkingen:

  1. Veel Nederlanders (ik bedoel die tot de 8e generatie teruggaan) zijn gefascineerd door het vreemde en exotische, maar zo gauw het hun dagelijks leven beïnvloedt verandert die fascinatie in angst. We lopen niet meer met een museumbezoekersblik onze omgeving in ons op te nemen, we voelen ons geïntimideerd en durven niet eens een poging te doen dat wat wij niet gewend zijn te begrijpen of zelfs alleen te accepteren. Ingewikkelde, grootschalige levensvisies en tradities kunnen zo makkelijk gereduceerd worden tot bizarre gewoonten waarvan je heel gemakkelijk zegt 'Waarom zou je dat in hemelsnaam doen? Dat moet toch niet mogen?'... Ik verdedig niet het stellen van mannen boven vrouwen, of religie centraal stellen in het leven (om even een grote sprong te nemen), ik wil enkel stellen dat alles altijd gecompliceerd is. Het voelt natuurlijk makkelijk en fijn om een of meerdere schuldigen aan te wijzen, mede om zelf buiten schot te blijven, maar schuld is een lastig iets. Het is niet echt goed terug te leiden naar de juiste persoon of groep, en vaak wordt onderschat hoe veel schade toegekende (niet bewezen) schuld aanricht. Als ik soldaat was en opdracht krijg te iemand te dood te schieten, heb ik dan schuld? De officier boven mij? De maker van het geweer? De bedenker van het leger? De koningin? Uiteindelijk zijn we allemaal schuldig, het is alleen de vraag waaraan.

    BeantwoordenVerwijderen
  2. Wow! de broertjes bakker zijn op dreef.

    BeantwoordenVerwijderen
  3. shit nigga, dem bakery dudes be smart as fuck

    word is bond

    BeantwoordenVerwijderen